Skip to main content

Huurders opgelet: extreem hoge huurprijsindexatie aan banden?

Auteur: Koch Advocaten, Elise Willemse

In september 2022 bereikte de inflatie in ons land een (ongekende) hoogte van 14,5%.

De inflatie in Nederland wordt gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van de overeenkomstige periode in het voorgaande jaar.

De hoge inflatie in 2022 kwam grotendeels door stijgende energie- en brandstofprijzen en de prijzen van andere eerste levensbehoeften.

In veel huurcontracten voor bedrijfspanden is de jaarlijkse huurverhoging gekoppeld aan de CPI. Dat betekent, simpel gezegd, dat verhuurders de huurprijs mogen aanpassen aan de geldende CPI (en de huurprijs dus met 14,5% mogen verhogen). Dat kan een fors hogere huurprijs betekenen en dit werkt niet alleen voor heel 2023 door, maar ook voor de toekomst. In veel standaard (ROZ) algemene bepalingen die op huurovereenkomsten van toepassing worden verklaard staat namelijk vermeld dat de verhuurder de huurprijs in de toekomst niet wijzigt als de indexering leidt tot een lagere huurprijs dan de laatst geldende. Een afname van de inflatie betekent derhalve niet per definitie een afname van de huurprijs.

Het CBS heeft begin 2022 gemeld dat de huidige berekeningsmethode die ten grondslag ligt aan de CPI niet geschikt is voor de huidige markt. In 2023 is door het CBS dan ook een nieuwe rekenmethode vastgesteld. Deze wordt vanaf juni 2023 gebruikt voor het meten van energieprijzen voor consumenten.

Omdat het CBS de reeds gepubliceerde cijfers níet herziet, heeft het invoeren van de nieuwe methode voor energieprijzen géén impact op het gebruik van de CPI voor indexeringsdoeleinden.

Op 4 mei 2023 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag (ECLI:NL:RBDHA:2023:8786) een voorlopig oordeel gegeven in een kort geding procedure over het hoge percentage waarmee de huurprijs kan worden geïndexeerd.

De voorzieningenrechter is in de betreffende kwestie van oordeel dat de verhuurder de huurprijs niet onverkort met 14,5% kan indexeren, omdat de berekeningsmethode die aan de CPI ten grondslag ligt, niet meer adequaat is. Het CBS heeft de methode immers aangepast. Partijen moeten daarom in overleg over een door de verhuurder voorgenomen huurprijsindexering. Als op het huurcontract standaard (ROZ) voorwaarden van toepassing zijn verklaard, bieden deze algemene voorwaarden grondslag voor dit overleg. Daarin staat namelijk dat partijen, voor het geval het CBS de basis van de berekening van het indexcijfer wijzigt, een zoveel mogelijk daaraan aangepast of vergelijkbaar indexcijfer zullen hanteren.

Een huurder hoeft een huurverhoging van 14,5% aldus niet integraal te accepteren en kan overleg eisen met de verhuurder. Let wel; de uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 mei 2023 is slechts voorlopig. Het is wachten op verdere rechtspraak om te bezien hoe dit onderwerp zich ontwikkelt.

Elise Willemse
Advocaat vastgoedrecht bij Koch Advocaten

Juridisch Advies

Themapartner

Koch Advocaten is een no nonsense kantoor dat zich met 16 advocaten richt op juridische dienstverlening voor ondernemers. Wij zijn gespecialiseerd in alle voorkomende rechtsgebieden waar ondernemers mee te maken krijgen: ondernemingsrecht, arbeidsrecht en vastgoedrecht.

Heeft u vragen over dit artikel of wilt u eens met onze Themapartner van gedachten wisselen?